Als ik om me heen kijk, dan valt het me op dat de meesten onder ons continu druk zijn. Druk met werken, deadlines halen, vooruitdenken. Druk met nadenken over onze toekomst. Hoe die eruit kan of moet zien, en wat de beste weg daarnaartoe is. Ik speek vaak mensen die wezenlijke vragen delen, zoals: waar leidt deze baan heen? Wat wil ik nou echt? Waar onderscheid ik me mee? Waar moet ik me verder in ontwikkelen? Is het niet hoog tijd om een keer van baan of in ieder geval van functie te wisselen?
Voel jij ook onrust, enkel al bij het lezen van al deze vragen?
Het is menseigen om ons vragen te stellen, te dromen en te willen groeien. Drie eigenschappen die het leven – zo kijk ik er althans naar – zo ontzettend veel kleur geven. Maar we hebben als maatschappij ergens steken laten vallen. We zijn dromen en groeien gaan vervangen door ‘het moet groter dan groots’ en ‘het moet gisteren’.
Te veel organisaties zijn doordrongen van het idee dat mensen zo snel mogelijk hun volle potentieel moeten laten zien, vooral een helder pad voor ogen moeten hebben, dat die groei zich bij voorkeur ook zo snel mogelijk vertaalt in een groei van omvang, omzet, of marktaandeel. Deze definities van succes zijn onhoudbaar.
Ik kwam een poosje terug de onderstaande tekst van William Martin tegen op LinkedIn. Geïnspireerd door de Tao leest dit als poëzie. Het raakt me. ik voel dat die onrust waar ik het zonet over had veel breder in onze maatschappij verweven zit.
Het begint al bij de manier waarop we onze kinderen inspireren en motiveren. We gaan soms echt te hard. Zo gefocust op een geweldige toekomst dat we vergeten dat we vandaag leven. Nu. Dat we vooral ( of eigenlijk alleen) in het nu geluk kunnen ervaren. Dat geduld opbrengen en de toekomst zichzelf laten ontvouwen een stuk makkelijker gaat als je kan ontspannen in het nu. Van FOMO (Fear Of Missing Out) naar JOMO (Joy Of Missing Out).
Of deze manier van naar de wereld kijken je bereikt via Tao, mindfulness, boeddhisme, yoga, coaching, ademwerk, Eckhart Tolle, of een van de ongetwijfeld vele andere wegen: er lijkt een rode draad te zijn. Laten we meer – zoveel mogelijk – momenten creëren waarin we niet aan het jagen zijn op een toekomst, een richting, een verbetering. Laten we als leidinggevenden, individuen en teams vooral focussen op wat er nú is. Geen gesprekken ingaan met de vraag ‘Waar zie jij jezelf in 2 – 5 – of 10 jaar’, maar zoeken naar waar iemand tot in zijn tenen blij van wordt. Laten we de focus op de toekomst bewaren voor strategiesessies en target meetings, en verder zoveel mogelijk genieten van wat er nú is.
Make the ordinary come alive. And the extraordinary will take care of itself.
Waarom een eenvoudige binaire kijk op de wereld veel te simplistisch is. En hoe een meer genuanceerde bril kansen biedt, ook binnen organisaties.
Heb jij scherp wat wordt bedoeld met 'het vertrouwen in de organisatie scoort hoog', of 'het vertrouwen is door de incidenten van de laatst jaren behoorlijk geschaad'? Vertrouwen in wie? Of wat? Wat is vertrouwen dan precies?